Oplossing
Het woord wat we zochten was zout.
Er kon een zelfstandig naamwoord ingevuld worden, zoals ijsjes, vingers, woorden, hielen of bloed.
Er kon ook een werkwoord staan, zoals dicht, eet, stikt of bloedt.
Dat was een beetje een instinker.
Veel mensen dachten dat het woord een i-klank moest hebben (dicht, dipt, snikt, zit, prikt, niks).
Sommigen dachten dat het moest rijmen of allitereren met wonden (woorden, honden, weent).
Het is een prachtige woordwolk geworden!
Hielen likken is ook mooi gevonden.
Onder het gedicht reageert dichter Milouska Meulens op jullie inzendingen. Dus scroll nog even omlaag!
In de Erelijst zie je wie het woord juist geraden heeft.


Milouska Meulens over de inzendingen
Wauw! Zout is best vaak genoemd. Knap hoor. Het was een moeilijk raadsel.
Zelf dacht ik aan de zoute smaak van chips, die je tijdens het snacken van je vingers likt. Daarom snap ik heel goed dat jullie massaal vingers als oplossing instuurden. Maar ik vond het woord zout mooier in het ritme meedansen.
En zoals dat vaak gaat met dichten, zweefde ook een boektitel door mijn hoofd: Zout op mijn huid.
Wat pas in mij opkwam toen ik jullie inzendingen zag: een werkwoord had ook gekund.
Als je liever wint bijvoorbeeld. Of Als je liever lijdt. Dat is wel een beetje een treurige, melancholische. Past wel.
Als je liever vlucht werd ook vaak genoemd. Die is diep: een zak chips leegeten kan ook een soort vlucht zijn.
Ik schreef Chips binnen een half uurtje.
Het gedicht dat ik eerst zou insturen, bleef ik maar veranderen.
Toen dacht ik: dichten is net chips eten. Het is moeilijk om te stoppen. En heerlijk.
Als vanzelfsprekend stroomde het gedicht toen uit mijn toetsenbord.
Het was trouwens extra leuk dat mijn Raadgedicht in de Kinderboekenweek viel.
Ik bezocht twee scholen die meededen. Je weet zelf wie je bent. 🙂
Ik heb natuurlijk niets voorgezegd.
