In dit gedicht wordt de klas vergeleken met een heelal.
Stel dat jouw klasgenoten planeten zijn, hoe zien die er dan uit?
Opdracht: Probeer je beste vriend(in) eens te omschrijven met woorden die passen bij een planeet.
Bijvoorbeeld:
- hij is altijd zonnig
- zij draait snel om de as
- daarbij raakt hij nogal eens uit zijn baan
- zij zit vol geheimzinnige plekken
- ???
En misschien kan iemand jou ook op deze manier omschrijven?
Tip: blader eens in boeken over de ruimte en lees de beschrijvingen van planeten.
Opdracht: Lees de omschrijvingen aan elkaar voor.
Herken je jezelf in het beeld?
Zijn andere kinderen het ermee eens?
NB: Wees aardig voor elkaar.
Onbekende planeten zijn vaak mysterieus.
Net zoals mensen.
Je denkt misschien dat je ze kent omdat ze dichtbij zijn.
Maar is dat ook zo?
Planeten hebben altijd een lichte kant en een donkere kant.
De lichte kant is dichtbij de zon.
De donkere kant is ervan afgekeerd.
Misschien is dat met mensen ook zo?
En welke kant laat je het vaakst zien?