Strafschopspecialist – Koos Meinderts – oplossing


Oplossing

Het juiste woord was fluiten!
Dit eerste gedicht was een mooie test om te kijken of je weet wat ‘figuurlijk’ taalgebruik is.
De keeper fluit namelijk niet echt. Het is een uitdrukking.
Als je niet krijgt wat je wilt, kun je ergens naar fluiten.

Als je deze uitdrukking niet kende was het lastig puzzelen.
Het moest een werkwoord zijn, en er moest ‘naar‘ achter kunnen staan: brullen naar, vissen naar, zwaaien naar … het kon allemaal.
Niet naar de bal en nooit naar de bal is eigenlijk geen goed Nederlands.
Onder het gedicht lees je wat dichter Koos Meinderts van jullie woorden vindt!

In de Erelijst zie je wie het woord juist geraden heeft.

LET OP. Vul het formulier GOED in, anders telt je inzending niet mee.
De oplossing is altijd meer EEN woord.
Vul de BOVENSTE helft van het formulier in als je met een groep meedoet, de ONDERSTE helft als je individueel meedoet. (Dus ook als je op school zit, maar onder je eigen naam wilt meedoen.)

Koos Meinderts over de oplossing

Het bleek niet moeilijk. De meeste deelnemers hadden het goed.
Het ontbrekende woord was inderdaad fluiten: hij kon fluiten naar de bal.
Een aantal had gekozen voor vissen of zwaaien. Had ook gekund. Vooral vissen is een goed alternatief. De bal lag immers in het net.
Staren vond ik ook een mooie vondst, het geeft de verbijstering van de keeper aan, die vooraf een nogal grote kop heeft: schiet maar slome (…) ik hou een hoekie voor je vrij.