In het gedicht Skelet komt een paar keer beginrijm voor.
ribben rinkelen
klapperende kaken
klontjes kletteren
Opdracht 1: Oefenen met beginrijm
Kies een woord dat met je lichaam te maken heeft.
Neem de eerste letter van het woord.
Maak een mooie beginrijm.
Voorbeeld: open ogen, vieze voeten.
Opdracht 2: Maak een zin met veel beginrijm
Maak een lange zin met zoveel mogelijk beginrijm.
Voorbeeld: Met bibberende benen bewoog ik behoedzaam door het bramenbos.
Opdracht 3: Schrijf een gedicht met beginrijm
Maak een gedicht over je lichaam.
Voor elke beginrijm krijg je een punt.
Voor elke eindrijm krijg je een strafpunt.
Wie heeft de meeste punten?