Zelf aan de slag – Strand – Ted van Lieshout


Opdracht 1: Dolgraag

Wat zou je zelf dolgraag eens doen?
Heb je een grote wens?
Of ken je iemand die een grote wens heeft?

Schrijf een gedicht met het woord dolgraag erin.
Je mag best iets willen dat helemaal niet kan.

Opdracht 2: Nieuwe woorden

Je kunt iets dolgraag willen, dolgelukkig of dolblij zijn.
Dolverdrietig en doltevreden bestaat niet.

Bedenk een aantal woorden zoals:
dolblij
doodmoe
stokdoof
dieptriest
keihard
aardedonker
fluisterstil
torenhoog
stikjaloers

Hak de woorden in twee stukken en maak nieuwe combinaties.
Bedenk een mooie zin met je nieuwe woord.

Opdracht 3: Kleuren

‘Een roodaangelopen meneer en een witgebleven mevrouw…’
De kleuren zeggen iets over de persoon.
Is de meneer verliefd of verbrand?
Is de mevrouw verlegen of is ze nog nooit in de zon geweest?

Bij wie of wat zouden deze kleuren kunnen horen?
Bedenk er een voorwerp of persoon bij.

Een groenuitgeslagen …
Een blauwgeworden …
Een paarsverkleurd(e) …
Een zwartgeblakerd(e) …
Een witgekalkt(e) …